Ik zit in een kantoor van een klant een uur te overbruggen. Straks een presentatie c.q. kennismaking met een nieuw team mensen met wie ik een traject ga doen. Is die glimlach echt of nep? hangt hier aan het prikbord. Mijn oog valt er op.
Werken met een glimlach is wat ik vaak meeneem in mijn trainingen. Zelfs door de telefoon hoort de ander of jij een glimlach hebt. Beitel die glimlach op je gezicht is een zin die ik wel gebruik in dit verband. Maar ja? Als je intrinsiek die glimlach niet voelt, lukt dat dan wel? Wanneer lacht een mens? Wat is lachen eigenlijk, behalve een spierspanning? Lachen kan een uiting zijn van vriendelijkheid, van plezier hebben, van open staan, van contact zoeken, enzovoort. Een lach is zoiets simpels maar ook heel krachtig. Zelfs als je er eigenlijk geen behoefte aan hebt kan het je stemming veranderen. Hoe jij je voelt beïnvloedt je gezichtsuitdrukking en lichaamshouding. Het leuke hieraan is dat het ook andersom werkt. Lichaam en geest zijn met elkaar verbonden. Uit onderzoek is gebleken dat een glimlach aanstekelijk is. Met een glimlach communiceer je iets positiefs en dat vinden mensen toch net even iets aangenamer om contact mee te hebben. Maar goed… zoals gezegd straks de kennismaking met het team. Ik wil een positieve start maken.
Men heeft mij ingefluisterd dat er weerstand is vanuit dit team op de komst van een externe. Allerlei gedachten en ideeën kunnen ten grondslag liggen waarom er weerstand zou kunnen zijn. Ik laat me er niet door weerhouden om met open blik dit team tegemoet te treden. Mijn basis attitude is dat ik mijn glimlach gewoon meeneem. De glimlach van open staan en plezier hebben in het leven en zeker ook het grotere geheel zien. Ongeacht het vraagstuk blijf ik graag het grotere geheel zien. Het is geen kwestie van leven of dood. Het is een vraagstuk binnen een organisatie zoals zo veel vraagstukken. Ik wil het niet bagatelliseren en ik wil er ook graag bij blijven glimlachen: ECHT!
Ooit noemde een medewerker bij een andere klant externe interventies: zeemeeuwen management. Ze komen, geven een hoop commentaar en dan gaan ze weer. En wij mogen de uitvoering doen! Ja, als je zo naar een externe “adviseur” kijkt, kan ik me voorstellen dat er weerstand is en weinig te glimlachen. Er zit ook wel een kern van waarheid in deze gedachte. Als externe kan je met een afstand naar dingen kijken en ben je over het algemeen nog niet “teveel” betrokken bij inhoud en mens. Of zoals mijn opdrachtgever formuleerde: vreemde ogen zien weer net andere dingen dan wij. Want hebben we niet allemaal een blinde vlek.
Ik besef me dat waarnemen en ook woorden eraan kunnen geven, nog nooit iets opgelost heeft. Uiteindelijk moeten mensen het doen, de uitvoering voor hun rekening nemen, in de dagelijkse praktijk. En organisaties komen alleen in beweging als de mensen die er werken ook daadwerkelijk de stappen maken. En als de mensen het dan ook nog doen met een glimlach, dan is mijn glimlach niet alleen echt, maar ook groot!